Mispelbomen
De mispel is een tamelijk zeldzaam voorkomende struik of kleine boom uit de Rozenfamilie is de Mispel, Mespilus germanica. De soort bloeit maar heel kort, meestal in de eerste week van mei met grote witte bloemen. De bloemen staan alleen en zijn vijftallig. De bladeren zijn langwerpig en kort gesteeld. De vruchten zijn tamelijk groot hebben de vorm van een afgeplatte peer en worden bekroond door de kelkbladen. Ze zijn pas eetbaar als ze "beurs" geworden zijn.
De mispel is een struik tot kleine boom met een hoogte van 1,5 tot 6 meter, die aan een appelboom doet denken. Het hout is hard, taai en fijnnervig met gedoornde en dikviltige twijgen. De takken zijn spreekwoordelijk kronkelig en de plant is vaak breder dan hoog.
De bladeren zijn 5 tot 12 cm groot, langwerpig, omgekeerd-eirond en aan beide zijden zacht behaard en worden in de winter afgeworpen. De bladvorm is gaafrandig of bovenaan fijn gezaagd en toegespitst. Ze zijn donkergroen. en hebben een zeer korte steel.
De mispel bloeit in mei met witte, soms iets roze bloemen, die lijken op die van een wilde roos. De bloemen zijn tweeslachtig, alleenstaand, 2½ tot 4 cm groot, en hebben 40 meeldraden. De bloemstelen en kelk zijn zacht behaard. De bruine pitvruchten hebben grote kelkslippen, zijn tweezaadlobbig en hebben een diameter van 2 tot 3½ cm.
Er staan 2 mispelbomen van wel 100 jaar oud!
Het spreekwoord "Zo rot als een mispel" betekent 'helemaal verrot, door en door rot'. Een mispel is een vrucht van de mispelboom of mispelaar. De mispel is pas eetbaar als hij donker kleurt en zacht wordt, wat lijkt op een rottingsproces; een beetje vergelijkbaar met een banaan, die zoeter en zachter wordt als hij bruin wordt.
Kijk hier voor bron en en meer informatie.